
Hé, Raphael.

Hé, Koos.

Welkom en welkom, luisteraars.

Ja, niet te vergeten.

Potje jan dikkies, hé. Wat een gedoe, hè, om hier te komen, man.

Ja.

Zo. Ik zat bijna te schelden en te tieren op het verkeersinfarct. Ik zit nog helemaal vast.

Ja, in het verkeer, op de een of andere manier, wekt dat wat in mij los.

Ja, fikje. Nou, ik ben nu zo oud al, dat ik daar meer rust in heb gekregen. Wow. Vroeger, hè? Vroeger, toen ik jong was, kon ik ook wat...

Ik heb dat nu ook trouwens met een gamer.

Een erger. Oh ja, een gamer?

Ja, ik ben een gamer.

Oké.

En dan voornamelijk eigenlijk ook wel een beetje als het online gaat. En ik heb het gevoel dat het niet helemaal eerlijk gematched is.

Oh.

Want ik vind, in heel veel dingen weet ik ook wel, ik ben niet een hele goede gamer. Ik ben een casual gamer. En dat ik dan toch gemaxe word met iemand die heel goed is. Dan denk ik, hoe dan dat nou?

Oh ja, en dat frustreert dusdanig dat je echt helemaal zo... Ja. Als mijn zoon koen zit te gamen, hè. Een taal dat hij uitslaat, jongen. En een soort van gevloek en gescheld en getier. En slaat hij op zijn toetsenbord. Of... Nou, ik ga het niet herhalen. Ik ben zelf... Nou, schelden en zo, dat doe ik eigenlijk niet. Dus, maar ja, dan komt er bij mij best wel wat hard binnen. Als ik dat dan zo hoor.
Maar echt een beleving zit erin. En dat vloek en dat schelde, dat is een soort van onderdeel van die game. Of zoiets. Of van het game of zo.

De beleving.

Of beleving.

Ja, maar nee, maar het is frustratie. Dat het in je boven komt en dan gebeurt dat.

Ja.

Ik kan me daar wel aan, hoe noem je dat, relaten. Ik begrijp Koen wel.

Ik heb al best wel vroeg in mijn leven. Dus dat moment dat ik. Dat ik zeg maar. Zal ik het zeggen. Het licht heb gezien. Of je het zo mag noemen. Of nee. Dat is helemaal niet goed. Maar dat ik echt voor het geloof heb gekozen. Ben ik al begonnen met. Mijn spraak. En ook wel mijn gedachten. En alles te beheersen. En ook dat vloek en dat schelde. Helemaal uit mijn woordenschat. Weg te halen. Je zult mij. Het zwaarste wat ik zou zeggen. zo zeggen van...
klote situatie. En de klote is dan nog het zwaarste woord, denk ik, wat ik zou gebruiken.

Ja, wat...

Sommige shit, een zwaar woord, voor Engels of talen of Amerikanen. Ik vind het shit, maar voor mij is shit helemaal niet zo'n harde woord, maar dat gebruikt nog wel.

Pas maar op, straks moeten we ons een podcast nog markeren als expliciet omdat we vloekwoorden in worden genoemd.

Oké, sorry luisteraars, maar Nou, laten we het eens even hebben over dat vloeken en schelden dan. En hoe God daar...

Ja, maar ik vind het ook wel heel mooi. Wat jij zegt is dat het in Amerika wordt heel erg zwaar genomen. Nee, dat niet. Hoe komt dat? Want ik denk dat het komt vanwege de betekenis die erachter zit en de lading die we er zelf aan geven.

Ja.

Dus jij zegt wel, in het begin van de aflevering zei je potje en dory.

Ja. Of potje en dikkie of zo.

Ja, maar dat heeft dezelfde lading, zou dezelfde lading kunnen hebben als iets wat jij niet zou zeggen, omdat jij vindt dat dat echt vloeken is.

Ja.

Terwijl eigenlijk zeg jij een uiting van jouw frustratie.

Ja, want ik kwam helemaal gefrustreerd hier, want het verkeer was, zat hem allemaal tegen en brrr, dus die potje en dikkie of zo, dat is inderdaad een uiting van je frustratie.

Ja, maar als iemand anders dat zelf de frustratie zou hebben, zou je een ander woord hebben gebruikt, wat jij dus niet zou gebruiken. Maar jullie bedoelen allebei hetzelfde.

Ja, ja, ja, precies.

Dus is het dan wel goed dat jij ook dat woord gebruikt?

Nee, dat is eigenlijk helemaal niet goed hè, toch?

Maar moet je dan binnen vetten? Moet je dan nooit zulke dingen kwoken uiten?

Nee.

Ik vind wel wat jij zegt van hoe staat God hier dan tegenover.

Ja, want dat vind ik wel even, want God is voor mij belangrijk. Ik zoek ook graag naar de wil van God. Of hoe zou God willen dat ik hiermee omga? Of hoe zou God dan willen dat ik met mijn spraak omga?

Ja, dat is sowieso één van de tien geboden.

Ja, dat is, jij zult de naam van God niet ijdel gebruiken. Dus dat heeft, wij vertalen dat, dat je niet moet vloeken en niet moet schelden.

Ja, maar met zijn naam.

Precies, niet met zijn naam.

Dus wij hebben natuurlijk GVD, wat heel veel mensen zeggen.

Dat zeg ik nooit. Dat zou ik nooit zeggen. Dat doet mij een soort van pijn.

Ja, want dat is dus echt met de naam van God. En trouwens, als je het zou ontleden, dan zou eigenlijk niemand het meer willen gebruiken, denk ik.

Precies.

God, verdom mij. Eigenlijk alleen dan heel snel gezegd en verbasterd eigenlijk een beetje. Maar dat is eigenlijk van...

Waarom zou je dat willen?

Dat God jou gaat... Maar dat komt gewoon omdat het lekker bekt. Daarom zeggen mensen dat. Daarom gebruiken mensen ook heel vaak de naam van Jezus. Waarom zou je eigenlijk de naam van Jezus als vloekwoord gebruiken? Omdat het gewoon lekker eruit gaat, denk ik. In zo'n situatie. Waarom niet een andere naam? Hoe komt het dat altijd de naam van Jezus wordt gebruikt?

Waarom geen Alexander of zo?

Ja.

Alexander. Ja.

Maar wat ik dus eerder ook al zei, het geeft dezelfde lading mee. Dus de intentie die je erachter hebt, die is eigenlijk al verkeerd. Maar daarnaast nog in gods ogen, toch wel de woordkeuze die we gebruiken.

Ja.

En de woorden zijn echt ook bepaald door wat jij als samenleving hebt bepaald. Want wij zeggen dus shit.

Ja.

En wij vinden dat heel normaal in Nederland.

Dus heel licht, een licht woordje.

Echt, heel licht in Nederland. En in Amerika dus echt niet.

Nee.

En dat is echt heel gek.

Ja, klopt.

Eigenlijk, dus dat het echt heel regio bepalend is. Of nou ja, opvoeding technisch bepaald. Of een bepaald woord wel of niet gezegd kan worden. Maar toch zegt wel God zijn naam niet ijdel gebruiken.

Klopt, nee. En dat is goed om daar eens bij stil te staan. En hoe we dat doen. Maar God vindt ook belangrijk dat wij onze taal, dat we erover nadenken. Hoe we met onze taal omgaan. Wat we zeggen. Zijn we ook wel in de schriften volgens mij.

Zeker, het tweede grootste gebod.

Ja, dat is, heb je naast te lief. Zoals jezelf.

Ja, want dat heeft daar toch eigenlijk ook heel veel mee te maken. Hoe ga je met je medemens om?

Ja, en daar is de hoogtaal ook bij.

Tuurlijk, respectvol. En als je iemand aanspreekt en je loopt tegen hem te vloeken, ja dat is. En dat maakt het uit. Kijk, als iemand in, ik weet nog wel dat, we waren op vakantie in Oostenrijk denk ik. En we maakten een grapje tegen mijn jongens. Is van, ik ben eigenlijk super boos op jullie. En weet je wat ik ga doen? Ik ga nu gewoon heel vrolijk tegen jullie praten. Maar wel vertellen wat ik vind. Wat ik normaal gesproken heel erg boos zou zeggen tegen jullie.
Dus die Oostenrijkers. Die denken gewoon dat ik gewoon heel vrolijk tegen mijn jongens aan het praten ben. Omdat het zo klinkt.

Ja, zo klinkt.

Maar eigenlijk ben ik echt super boos op ze.

Ja.

En zij denken, daar is niks aan de hand. Ondertussen krijgt ze gewoon enorm wat een donder.

Ja, wel slim gedaan voor jou.

Ja. Dus in openbaar kon ik ze op een donder geven.

Ja, dat is wel leuk.

Omdat iemand er wat van aantrak.

Moet ik ook eens een keer gaan proberen.

Ja, dus ze heeft dus ook te maken met met de lichaamstaal en emotie die erbij komt kijken.

De toon.

Ja, de toon maakt de muziek, zei mijn moeder altijd, dat haar moeder dat altijd zei, oh nee haar oma.

Oh ja, haar oma?

Ja.

Oké.

Mijn overgroot oma denk ik.

Oké, ja. Aha, ja. Maar als je er goed op gaat letten, in de schriften kun je nog best wel wat terugvinden. Over taal en dat je op je taal moet letten en dat je je tong moet beheersen. Of niet met een dubbele tong moet praten.

Ja, maar een dubbele tong is toch meer verweer een alcoholmisbruik?

Dat zou kunnen. Maar het is best wel wat spraakachtige referenties en alles in de schriften terug te vinden. Dus spreken is zilver, zwijgen is goud. Maar dat komt ook ergens uit de schrift. Heel veel spreekwoorden komen ook vanuit de schrift ergens uit gefilterd. Maar ja, dat is wel interessant. Ik vind het wel leuk om het even over te hebben.

Ik kan me ook nog heel goed herinneren dat wij met mijn ouderlijke gezin een avond hadden waar we bij elkaar waren. We kregen een les van mijn vader. En hij zei, we gaan het hebben over vloekwoorden en schelden. En hij had er zo'n flip over staan. En hij zei, jullie mogen, vandaag hebben jullie een vrijkaart. Jullie mogen alles opnoemen wat jullie willen. En nou ja, als kind ben je natuurlijk super toeghoudend. Want in de omgeving van je ouders, dan weet je dat je het niet mag zeggen.
Dus eigenlijk hou daar waar ik in mee, dus zeg je dat niet. Wat trouwens ook weer gek is, want in vriendengroepen doe je het juist weer niet meer. Maar dat mochten dus woorden zeggen. Mijn vader schreef het dan op. En dan ging hij uitleggen. Ik zei, dit is wat het betekent. En zou je, dus als je het zegt, als er een vloek wordt, weet dus wat dat betekent.

Ja, wat je eigenlijk zegt, ja.

En die les, ik vertel dat nu omdat het me gewoon echt is bijgebleven. tot nu. Probeer ik dus ook met mijn kinderen te doen. Is als ik met hen spreek. Zeg van. Als jullie een woord horen die jullie niet kennen. Die nieuw voor jullie is. Dan wil ik dat graag aan jullie uitleggen. En helemaal als vrienden van jullie dat zeggen.

Ja. Zodat je weet wat je eigenlijk zegt.

Ja wat die vrienden zeggen. En dat je eigenlijk ook weet van. Oh dat ga ik echt nooit zeggen.

Nee want dat is gewoon helemaal verkeerd.

Dat is echt heel gek.

Betekenis.

Ja.

Ja precies. Goed hoor. Dat is goed dat je daar zo bewust en ook goed aandacht aan geeft. Ja, ik probeer mijn kinderen ook wel bij te brengen van taalgebruik. Maar dat is meer, ja, hier in huis wordt niet gevloekt. En hier in huis wordt niet gescholden. Dus als er een keer toch een woord valt, dan is het, hé, hier in huis. Weet je, dat is verder geen uitleg verder aan. Nee, dat is gewoon de regel. En de regel is de regel. Dus ik vind jouw aanpak nog wel beter.
Bewustwording van, wat zeg je nou eigenlijk? Wat voor betekenis heeft dat woord? En waarom stuur je dat de wereld in?

Ja.

Ja. Ja.

Heb jij dan ook wel eens dat mensen, als zij dan bijvoorbeeld Jezus zeggen, als vloekwoord, dat ze dan direct na zeggen, oh sorry.

Ja, bij mij in de buurt wel.

Ja, bij mij ook.

Mensen die dat bij mij in de buurt doen, die hebben dat dan wel door.

Ja, maar zelfs ook mensen die ik ken, die ik nog niet eens verteld heb dat ik christelijk ben.

Oh ja?

Ja.

Oké.

En ik denk toch ook wel dat dat komt omdat als je Jezus zegt dat je eigenlijk wel weet dat er mensen zijn die dat liever niet als vloekwoord gebruiken. En ze daar dus hun excuses voor aanbieden. Omdat ze eigenlijk toch wel weten dat het niet oké is dat het gebruikt wordt.

Misschien omdat ik altijd zo'n t-shirt aan heb, ik ben christen. Of nu is het koud, een muts van ik ben christen. Zal ik eens proberen om die niet aan te doen?

Ik denk dat het wel helpt Koos. Maar die zullen ze ook in onze shop te koop zetten, die merchants.

Ja, dat weten de luisteraars helemaal niet. Maar wij hebben echt zo'n helemaal mooie bedrijfskleding.

Ja, en op de achterkant op de schouder staat, geloof je dat ook?

Ja, dat ik christen ben. Geloof jij dat eigenlijk?

Ik geloof echt wel dat ik christen ben, ja.

Ja, maar geloof je ook dat ik christen ben?

Ja, het valt niet meer te ontkennen nu.

Nee?

Ik geloof er niet eens meer.

Je weet het gewoon. Ik weet het zeker. Je weet het zeker, ja. Oh, fijn. Dat is wel een goed gevoel. Nee, dat doet me echt goed. Maar ja, dus mijn spraak, ja. Ik heb er altijd, vanaf dat ik 16, 17 was, heb ik mij daarin geoefend.

Ja. Maar dat is ook mooi. En dat is ook wat ik zeg. Het is de plek waar je eigenlijk in opgroeit wat voor woorden normaal zijn.

Ja.

En als je dat heel veel hoort van vrienden, dan ga je dat overnemen. Het is gewoon waar je mee omgaat, word je mee besmet.

Ja. En dan is het goed dat jij je jongens echt bewust maakt van, hé, wat zeg je? Ja, dat is goed hoor. Dat zouden we meer moeten doen. Maar even vanuit God geredeneerd. Hij heeft dus echt tien geboden. Je hebt tien geboden.

Hij heeft twee, hè?

Ja, twee. Je hebt twee geboden en die heeft hij dan nog iets verder gespecificeerd in tien geboden. Die helpen om je, die tien, die helpen jou dan om die twee geboden te kunnen onderhouden. Maar hij heeft het ene van Gijssel op de naam van God niet. We gebruiken wel nummer drie of zo gezet. Maar dat is toch best wel... Ja, hij hecht er wel waarde aan, hè?

Ja, waarom eigenlijk?

Nou, precies. Daarom wilde ik het over hebben. Ja. Ja, toch... Even redenerend vanuit mezelf. Ik vind God belangrijk. God is belangrijk voor mij. Dus ik heb ontzag voor God. En ook ontzag voor zijn naam. Dus ik zou wel gek zijn. Waarom zou ik iemand waar ik echt ontzag voor heb. Die naam. Ijdel gebruiken. Of op een verkeerde manier gebruiken. Dat doe ik toch helemaal niet. Ik zou jouw naam toch ook nooit verkeerd gebruiken. Of belachelijk maken. Dat doe ik niet.

Ja, het is eigenlijk hoofdreden helemaal niet. Als gebod ze zijn.

Nee, maar ik snap dat hij dus dat mee heeft gegeven. Om God lief te hebben, het eerste grote gebod, is het eigenlijk vanzelfsprekend dat je dus de naam niet eigenlijk hoort.

Blijkbaar was dat nodig.

Ja, blijkbaar was dat nodig. Ik geef het dan mee. Dan kun je dat in ieder geval over nadenken. En kijk hoe jij daar eigenlijk invulling aan kan geven.

Kijk, 4000 jaar later, dan kunnen we nog niet.

Nee precies, nou, dus eigenlijk heeft dat wel een betekenis eigenlijk zo, of een gedachte vanuit God gereedeneerd. Hij weet gewoon hoe wij, hoe we zijn als mens of hoe we zouden ontwikkelen als mens. Dat we dat echt wel nodig hebben.

Ja, en hoe kom je daar vanaf? Want jij zegt dus... Ik heb gewoon... Bij mezelf heb ik gezegd van... Ik doe dat niet meer. Ik breng mijn kinderen bij van... Dit is wat een woord betekent, dus pas mee op wat je ermee doet.

Ja, heel goed.

Maar als jij... Zegt van, ja, ik wil nu stoppen. Daarmee, want als je volwassen bent... Weet je ook wel wat woorden betekenen. En je weet wat woorden betekenen... En je... Op een jonge leeftijd heb je niet besloten om ermee te stoppen, dus je doet het nog steeds. Hoe kan je er dan mee stoppen?

Ja, nou ja, echt bewust bij jezelf nagaan van wat zeg ik nu eigenlijk.
Dus dat je daar echt wel, het heeft alles te maken met bewustzijn van. Dus dat je, en als je echt ermee wil stoppen, dan merk je op een gegeven moment wel, als je probeert er echt over na te denken, dat heeft even moeite kost dat dan maar als je echt gaat nadenken van wat zeg ik nu de hele tijd dan word je daarvan meer bewust en dan ga je dat merken ja nu zeg ik eens geldwoord maar waarom zeg ik nou eigenlijk eens geldwoord nou en vaak is dat,
als je gefrustreerd bent of als je er eens tegenaan loopt nou let er maar eens even op en die situaties ga dan voor jezelf na van hoe ga ik daarmee om en wat zeg ik dan, wat doe ik dan, En als je dat dan wil veranderen, dan komt het erop na om te proberen in zo'n situatie dat direct om te vormen. Dus je hebt de neiging om te zeggen wat een persoon. En als je... Oh nee, wacht even. Wat een vervelend persoon. Weet je wel? Dat je jezelf gaat corrigeren al in het moment.

Ik denk ook dat als je dat doet, dat dan ook jouw, want we moeten ook zelfs onze vijanden lief hebben, dat als je dat dus niet zoveel grove woorden aan vuil maakt, dat jouw gedachte van de situatie ook anders wordt en milder wordt. En dat je gelukkiger wordt in je leven. Omdat je niet zoveel frustratie en lasten meedraagt. Omdat je bepaalde gevoelens hebt voor bepaalde mensen. Of situaties.

Ja, misschien is dat de reden dat ik altijd zo gelukkig ben. En blij ben. En vreugdevol.

Misschien is het ook wel gewoon door andere mensen af te lezen daardoor. Want ze zeggen weleens, oh ja, je kan sommige mensen wel zien van, oh ja, dat zijn christenen, omdat die een bepaalde levensstijl hebben. En ik denk dat de vloeken, maar trouwens ook vloeken, het woord alleen al, een vloek over iemand uitspreken, dat dat in het schelde, omdat het het minder doet, dus dat je dus daardoor toch gelukkiger bent in je leven. En dat ook uitstraalt, een onderdeel ervan.

Het is allemaal bij elkaar. Je hebt van die niet gelovige stromingen die zeggen van alles wat je het universum instuurt. Dat komt op een of andere manier ook weer naar je terug. Dus als jij vloeken het universum instuurt, dan komt er op een of andere manier die vloek naar je terug. Of dat schelden het universum in en dat komt op een of andere manier. Dus dat is ook interessant om erover na te denken. Dus eigenlijk, als je vloekt, dan komt het op jezelf terug.
Wil je dat? Wil je jezelf vervloeken? Wil je tegen jezelf schelden? Ja, ik snap wel dat sommige mensen wel zichzelf vervloeken en tegen zichzelf schelden. Ik heb dat minder.

Ja, je kan het beste gewoon toch met iemand die je vertrouwt bepaalde situaties uitspreken in plaats van vervloeken.

Ja, dat lijkt me beter mensen. Dus ik wil je eigenlijk meegeven, probeer nou eens bewust te worden van wat je zegt. En als je veel vloekt en scheldt, ga daar eens over nadenken. Draagt het wel bij aan je levensvreugde en je geluk? Oogschijnlijk misschien, om je frustratie te uiten, denk je van ja, dat helpt mij. Maar uiteindelijk, als het dus op jouzelf op een negatieve manier terugkomt, dan is het juist dat het je niet helpt. Dat het je tegenwerkt.
Ik ben van mening en ik geloof dus dat je daar beter achterwege kunt laten. Dat je beter je taal en je spraak zo kunt beheersen. En op een goede manier dus niet te vloeken, niet te schelden dat het beter is.

Ja, dat geloof ik ook.

Mooi, dan hou ik erbij. Wens ik iedereen weer een vloekloze, schadloze week. En dan tot volgende week.

Tot volgende week. Doei. Bedankt voor het luisteren. We hopen dat je hebt genoten van deze aflevering. Vergeet niet om je te abonneren, de meldingen in te schakelen, een beoordeling achter te laten en de aflevering te delen met anderen. Wil je ons steunen? Dat kan eenvoudig door op onze website geloofjerdatook.nl op de knop sponsor te klikken. Tot volgende week!