De Bijbel zegt… maar wat bedoelen we daarmee?

Hé, welkom Raphael.

Dankjewel Koos, jij ook welkom.

En welkom Albert.

Dankjewel.

En vandaag een gast bij ons. En welkom luisteraars.

Ja.

Niet vergeten hè.

Nee.

Luisteraars, fijn dat jullie ook wil luisteren. Een nieuwe aflevering van onze podcast, geloof je dat ook? Ja. Ja.

Ja, dat geloof ik. Oké, mooi. Ja, heel goed. Ja, kijk. Dat is mooi.

En leuk is, eindelijk hebben we ook eens een keer een gast die geen lid is van de kerk waar wij elke zondag naartoe gaan. Albert, jij bent lid van een andere kerk. En we hebben elkaar nu net pas ontmoet, voor het eerst. En dankzij een van onze grote fans, of grootste fans. Ja, we noemen weleens de grootste fan. Die had onze podcast bij jou onder de aandacht gebracht. En die had bij jou een soort van, hoe zeg je dat?

Ja, waarom niet?

Nou, tof.

Welkom. Ja, dat vinden we hartstikke leuk, inderdaad. En we hebben dus inderdaad eigenlijk ook al een beetje met elkaar kennis gemaakt. En zelf een beetje over ons achtergrond aan elkaar verteld waar we vandaan komen. Zodat we niet voor onszelf helemaal blanco in staan.

Ja, wat je vertelde. Wat vond je van Deuntje waarmee je begon?

Ja, wel leuk.

Ja, want jij hebt ook in een band gespeeld of met een instrument ook.

Nee, muziek heb ik gewoon geluid gedaan in de kerk.

Ah, nou, precies. Ook iets met geluid gedaan. Dus ik ben van, nou, we kijken wat jij van het geluidje vindt. Ja, tof man. Leuk.

Nou ja, ergens in 1999 ben ik tot geloof gekomen door eigenlijk familieomstandigheden.

Mooi, ja, fijn. Fijn, in 1999, dat is al 26 jaar zo'n beetje geleden.

Ja.

Hoe oud was jij toen? Was jij toen al, was jij nog heel jong misschien?

21.

Nou, 21, dat is best wel, want ik ben vanaf mijn geboorte eigenlijk door mijn moeder een beetje meegegaan, meegenomen naar de kerk. Voor jou was het echt wel een heel bewust iets dan, met 21 dan?

Ja, ik ben wel met mijn oma vaak meegeweest. En we hadden bij ons in het dorp zelf ook nog een hervormde gemeente zitten, waar we dan heel af en toe eens heen gingen. Het is niet echt dat het bewust iets was van, oh joepie, ik ga naar de kerk heen op zondag. Hé, amen, halleluja. Nee, totaal niet. En ondanks dat ik vrijwillig meeging, voelde ik me wel gedwongen om te gaan met oma mee. En ja, ik was best wel rebels toen. Nou ja, later komt het besef dan, het kwartje valt pas later, zeggen ze dan.

Ja. Nou ja, mooi.

Ja, want het is ook wel heel mooi dat je dan voor Jezus Christus hebt gekozen. Want er is best wel veel, als je kijkt naar geloven in de wereld. Het christendom is een van de geloven. Dat is toch wel mooi dat je daarvoor gekozen hebt. Omdat je dus 21 bent geweest en je hebt dan wel in enige zin wat meegekregen in je opvoeding van het christendom. Maar toch alsnog wel dan de keuze maken om voor Christus te kiezen. En denk je ook dat de heilige geest daar echt een rol in heeft gespeeld?

Zezeker, ik weet ook wel zeker dat de heilige geest toen mij ook wel heeft laten zien dat ik de dingen verkeerd deed, die ik deed, hoe ik leefde, dat het ook gewoon verkeerd was. Dat wil niet zeggen dat ik nou super heilig leef of zo. Natuurlijk niet. Je blijft mens. De wereld waar je in leeft. Je vrienden, je familie, je werk. Speelt er allemaal bij mee. Dan zou je in principe moeten gaan zeggen. Ik koop een stuk land ergens.

Ja. Ja. Of je wordt man denk.

Ja. Ja, dat.

Ja.

En toen jij je dan overgaf aan Jezus Christus, hoe heb je dat ervaren? Hoe was dat van jou?

Voor mij was het heel bevrijdend.

Ja?

Dat bij wijze van dat toen ik alles beleden had, dat eigenlijk gezegd had, het is goed. Het is je vergeven.

Mooi. En wat voor gevoel bracht dat bij jou op? dat gevoel dat vergeven te zijn.

Vreugde. Heel veel vreugde.

Ja, heel veel vreugde. Precies. Ik ervaar dat ook in mijn leven. Die vreugde die ik graag ook wil delen met andere mensen. Het is zo vreugdevol om inderdaad Jezus Christus in je leven te hebben. Dus ja, dat wil ik graag met iedereen delen. En hoop dat die mensen ook die vreugde kunnen ervaren.

Wat?

Ja, want wat betekent Jezus Christus dan voor jou? Want hij heeft jou zo vervreugde gebracht. Nou, waarom dan? Want jij zegt, de Heilige Geest heeft me dan laten zien de dingen die ik fout deed. En Jezus Christus heeft jou zonder op zich genomen. Je hebt hem vrijgekocht. Je hebt hem vrijgekocht. En wat betekent Jezus Christus nog meer voor jou dan?

Hij is mijn redder, mijn geneesheer. Hij is mijn bevrijder. En hij is mijn beste vriend. Sommige hem, ja, ik heb een paar jaar geleden denk ik ook al wel weg geweest hoor. Door alles wat bij mij in mijn privéleven geweest is. Nou, mijn vader is een paar jaar geleden overleden. En, nou, dat is best wel, voor mij is dat heel zwaar geweest. Mijn vader en ik waren vier handen op één buik. Dus we hadden maar een half woord nodig naar elkaar. En dan, ja. En ook qua, nou, zogezegd theologie.

Ja, dat is mooi.

Ja, dat is echt mooi.

En omdat je zegt dan dat Jezus Christus heeft jou geholpen door die tijden heen, dat je vader is overleden. Koos en ik, wij geloven heel erg dat er een leven voor dit leven is geweest, maar dat er ook een leven is na het leven. Wat geloof jij daarin? In het leven hierna?

Ik geloof dat het leven wat we nu hebben parallel doorloopt. Dus alleen jouw lichaam, jouw tent, dat gaat weg. Dat gaat de grond erin. En daarna gaan we naar de soort van wachtkamer heen. Paradijs genoemd wordt. En dan als Jezus weer komt, dan om de gemeente op te halen. De opname. Dat hij ons meeneemt naar de hemel toe.

Dat is mooi.

Dat klinkt eigenlijk wel. Dat komt eigenlijk wel redelijk overheen. We noemen het allemaal net ietsje anders, maar we geloven ook dat Christus weer terugkomt. We geloven eigenlijk ook wel dat het leven hierna een soort van wacht kamer is, inderdaad. Dus dat is wel mooi, wel leuk. En inderdaad, als Christus weer komt, ja, dat wij hem hier op aarde mogen ontmoeten. Met hem hier zijn gemeente mogen vormen. Mooi zo gezegd, dat hij onze koning zal zijn.

Ja, want ik denk namelijk die kennis die je hebt opgedaan in jouw tijd, in de tijd voordat je vader overleden was, dat het ook echt een enorme troost is geweest in die periode. En dat het dus, omdat je dus, want ik ken ook heel veel mensen die dat niet hebben, waarvan naast overlijden, die ik heel graag mijn kennis zou willen geven. en van dit is wat ik geloof, dit is wat ik voel. En dat het is maar een kleine stap in het leven van het grotere plan eigenlijk.

Ja, klopt.

Dus treun niet langer en wees eigenlijk blij. En we zien elkaar straks weer.

Maar dan blijft het wel moeilijk, want degene die naast je was, die is er niet meer.

Zeker, dat is ook zo.

Maar in dat verdriet moet je zien dat je die blijdschap hebt omdat je weet waar die één is, Ik vind het veel moeilijker als ik bijvoorbeeld een collega heb die alleen maar op de vloeken te schelden, te razen en te tieren en vervolgens een haderval krijgt en niet meer opstaat. Ja. Maar dan weet ik ook waar hij heen is.

Ja.

Dat is veel moeilijker.

Ja. Ja.

Ja, een hele andere band mee gehad.

Nee, maar als jij dus weet dat die ander niet, dat je die straks niet meer weer ziet. Omdat diegene gewoon dus eigenlijk God vervloekt heeft door zijn gedrag en weet ik wat nog meer en overlijdt. Nou, dan gaat hij naar de hel. Het woord is daar duidelijk over.

Ja. Ja, de hel is eigenlijk dat je... niet bij God bent eigenlijk. Dat je afgescheiden bent van God. Dat is eigenlijk een soort van hel. Want ja. Maar ook dat je je bewust bent... dat je afgescheiden bent van God... door... door je keuzes.

Nou, daar heeft Jezus het ook over. Met de reiklingen en de... wat is het? Arme lasers, geloof ik. Die zit dan bij Abraham of Schoot. En dan vraagt dus die rijkeling aan. De rijke jongen die bij Abraham zit. Wil je alsjeblieft naar de Heer heen gaan. Om te zorgen dat de poort open gaat. Dat ik naar binnen heen kan. Maar dat gebeurt dus niet.

Jawel. Wat jij vertelt is eigenlijk. Ik noem dat dan een relatie. Ik vind het heel mooi hoe je dat beschrijft. Want het komt bij mij over dat jij het ook zo ervaart. Dat je een relatie hebt met Jezus Christus. En wat betekent het voor jou om invulling te geven aan die relatie? Als je een relatie met iemand hebt, dan bel je hem een keer of zo. Je hebt contact met elkaar, want dat vormt die relatie. Hoe ziet dat er voor jou uit?

Door bidden en door Bijbel lezen. Ik ben er heel eerlijk in.

En ook je leven. Ja, hoe zeg je dat? Jezus Christus betrekt in je leven. Voor mij, dus ook, zocht dus sta ik op en ben ik dankbaar voor een nieuwe dag die mij door Jezus Christus wordt gegeven.

Ja.

En ik wil ook heel graag die dag met hem samengaan door de rollen die ik heb goed in te vullen, goed te vervullen. en wil ook heel graag die Heilige Geest daarbij hebben.

Die mij.

Daarbij kan helpen en inspireren.

Ja dus jij begint jouw dag met een gebed.

Ja absoluut dus Albert wat zei je nou net dat is een beetje op een laag pitje hoe komt dat.

Dat is gewoon door de spanningen die er nu ook zijn op het moment daar kan ik gewoon eerlijk in zijn de Raad van Kinderbescherming heb ik achter mij aan, eind vorig jaar heeft mijn vriendin, vrouw heeft gezegd van, ik zie het allemaal niet meer zitten. Dat is even een heftige periode, zeg maar, wat je dan nu hebt.

Ja, dat is eigenlijk net een beetje zoals dat gedichtje of dat rijmpje over op het strand wandelen. Met die voetstappen en terugkijkend. En wat de coasters eigenlijk zegt, niet om jou aan te vallen of zo, maar juist in die moeilijke tijden, dat heeft iedereen denk ik hoor. Dat juist in die moeilijke tijden hebben we ze ook zo hard nodig. Dat we juist in de schriften moeten lezen. Of juist dat gebed moeten hebben. Omdat we juist die inspiratie moeten ontvangen van de Heilige Geest.

Ja, klopt.

En aan de andere kant vind ik ook wel zo dat we ons leven zo moeten inrichten. Dat we eigenlijk altijd een antwoord kunnen krijgen van hemelse vader. Dat we eigenlijk altijd een gebed hebben. En dat we niet om elke wissel wasje hoeven te bidden. En te vragen. Maar dat we eigenlijk gewoon altijd op één lijn staan. Zeg maar met hemelse vader. Maar daar ook over gesproken. Want wij geloven namelijk dat God de vader en zijn zoon Jezus Christus. En hij legt drie verschillende personen zijn.

Geloof jij dat ook ik geloof dat het een drieën ene God is het is samenhangend één net als het menselijk lichaam wij bestaan ook uit lichaam ziel en geest en ik denk dat je God ook zo kunt zien, Dus je hebt een lichaam, Jezus, de ziel, dat is de vader, zeg maar, en de geest, de heilige geest, samen vormt dat God.

Oké.

Ik zie dat dan, zeg maar, je hebt bijvoorbeeld een voorzitter, een secretaris en een penningmeester, noem maar even iets geks. Want met z'n drieën vormen ze het bestuur. Dus ze zijn wel met z'n drieën, maar ze zijn één. Ze hebben één doel en één, ze werken naar één.

Want dat kan overslaan.

Sowieso, ja.

Ja, want wij geloven echt dat de hemels vader een eigen persoon is. En dat zijn de eerstgeborenen, dus echt zijn de oudste zoon, zeg maar, dat dat Jezus Christus is. En dat de Heilige Geest ook een kind is van onze hemels vader. En dan, ja, geen idee hoeveelste kind dat is geweest, maar... En dat ook, nou misschien zelfs nog even om nog dieper te gaan zeg maar, dat de Heilige Geest ook dezelfde fases als ons moet doorgaan in het plan van Hemelsvader.

Ja, ooit waarschijnlijk als laatste, want ja, hij zal tot die tijd eerst nog de functie van Heilige Geest moeten vervullen.

Ja, misschien wel een duizend jaar gerekening, dat hij ook ergens een keer geboren moet worden om een lichaam te krijgen.

Dat kan.

Ja, dat weten we niet, want het staat verder nergens. Zeven, maar als we in het plan, hoe wij dat geloven, kan het eigenlijk niet anders.

Als ik kijk in ieder geval in genesis, is het in ieder geval dat God zegt van, laat ons mensen maken. Schepselen. In ieder geval in ons.

Ja, die op ons lijken.

Ja, naar ons evenbeeld. Het is wel een meervoud dat hij het zegt.

Ja, dat klopt. Dat klopt.

Ja, maar daarbij geloven wij dus, wat ook nergens trouwens bij ons in de evangelie wordt verteld, dat wij geloven eigenlijk ook wel een beetje dat er een hemelse moeder is. Dus dat we dus hemelse ouders hebben.

Ja, waarom zou er alleen maar een hemelse vader zijn? Waarom niet een hemelse moeder? Denk ik dan.

Ja, maar waarom was Maria dan nodig? Als je een hemelse moeder hebt.

Als draagmoeder, of hoe zeg je dat?

Surrogate. Surrogate, ja.

Om hier op aarde Christus geboren te laten worden. Ja, hemelse moeder. Zeg het maar.

Ja, daar kunnen we ook helemaal niks over zeggen hoor.

Maar ik denk dat het ook helemaal niet relevant is.

Nee hoor, dat maakt niet uit.

Nee, precies.

Ik wil wel even terugkomen.

Ik denk dat het belangrijkste is dat je een relatie hebt met Jezus. Dat je God elke dag kunt zoeken, mag zoeken. En wat dan weer heel verdrietig is, dat zoveel mensen het niet kunnen.

Ja.

En niet mogen.

Maar jij zegt niet kunnen, niet mogen. Dat vind ik wel interessant. Hoe bedoel je dat, Albert?

Nou, er zijn bepaalde landen. Als je dus daar zo zegt van, ik ben christen.

Zo.

Of welke denominatie je eraan geeft.

Ja. Ja.

Omdat het daar toevallig een moslimland is.

Of dat het daar hindusgaans is. Ja. Als je daar zegt dat je christen bent, dan hoor je daar bijvoorbeeld.

Dan hoor je opgeruid.

Ja. Ja, precies. Ja, dat is ook heel triest. Nee, wat ik dacht, wat je bedoelde, is van kijk, als je hier, kijk hier om je heen, hoeveel mensen zijn nou echt met geloof bezig?

Ja, misschien ook omdat Wijlo woont eigenlijk best wel in een heel erg christelijk land. En waar de christendom toch wel een beetje overheerst tot nu. Want dat kan misschien wel kantelen ergens een keertje. Maar ja, dat het toch dan, want KVZ komt uit Brabant, waar toch ook heel veel christenen zijn. Misschien wel meer dan in het noorden.

Ja, nee, katholieken dan. In het zuiden heb je echt heel veel katholieken. Maar ja, dat is meer een cultuur bijna. Je bent katholiek. Je bent geboren, je wordt geboren katholiek en iedereen is katholiek. Omdat je in het zuiden hoort, dan ben je katholiek.

Dat hoort er gewoon een beetje bij.

Ja, dat hoort er een beetje bij.

Ja, maar die kant wil ik inderdaad ook een beetje op. We hebben dus die stroming hebben van mensen natuurlijk die opgroeien in de kerk, maar dan eigenlijk er niet zo heel veel mee doen. Het is wel zeggen dat ze bij een bepaalde kerkgenootschap horen, maar eigenlijk niet praktiseren. En je hebt mensen die ook helemaal niet worden opgevoed in een bepaalde christendom. Die is eigenlijk misschien wel atheïst dan eigenlijk worden opgevoed.

Het is niet dat ik als evangelie, evangelie, evangeliejaard rondga. Ik ben totaal niet zoals een Tom de Wal of zo met een megakerk of wat dan ook. helemaal niet. Als het gesprek daar komt, dan geef ik mijn getuigenis en evangeliseer ik natuurlijk wel. Maar het is niet dat ik zeg van, ik moet daarop aansturen of...

Nee.

Nee.

Ik heb wel eens een keer iemand horen zeggen. En die zegt van hoe we dat zouden kunnen zien is dat je zit aan de ontbijttafel. En jij hebt een hele lekkere glas suderans. En die persoon tegenover jou die heeft dat niet. En jij drinkt van die suderans. En je biedt het niet aan aan de persoon tegenover jou. Terwijl jij er echt enorm van geniet. En dan uiteindelijk durft die persoon tegenover jou er wat van te zeggen. van, hé, ik lijk mij ook wel lekker zo'n lekker glas suderans.

Ja.

En nu geloven wij ook weer dat er nog zelfs extra stappen zijn na dit leven. Dus wij hebben het er zo over gehad, wij geloven dus ook dat er een wachtruimte is, of een paradijs, zoals Christus het ook noemt eigenlijk, Met de persoon die bij je naast hem aan het kruis hangt. Dat die Christus zegt van, exacte woorden weet ik even niet.

Ik wil afgewaardig zeggen u, he, dus ga je met mij in het paradijs zijn.

Ja, precies.

Dat precies inderdaad. Dus wij geloven ook echt dat er een paradijs is waar iedereen naartoe gaat.

Nou ja, iedereen. Degene die Christus hebben geloofd of aanvaard. aanvaard, of bedoel jij, ja iedereen komt in de volgende fase, maar voor de ene is dat, voelt dat er waar we het over hadden, voelt dat als een hel, omdat hij zich bewust wordt van o jee, maar dan voor de ander voelt dat als een paradijs, omdat hij de goede keuze heeft gemaakt.

Of klopt inderdaad, ja, want wij geloven namelijk zelfs ook zo dat toen Christus is overleden, dat hij naar het leven hiernaast gaan en dat die, Daar zeg maar in de hel.

Kunnen we het zo noemen.

Dodenrijk.

De dodenrijke, hoe het wel een gevangenis genoemd.

Dat hij daar een soort instituut heeft opgezet. Of in ieder geval daar het mogelijk heeft gemaakt dat mensen daar ook het evangelie kunnen te horen krijgen en kunnen leren. En dat hij ook dus van iedereen die daar van tevoren heeft gezeten, vanaf Adam tot dat moment zeg maar. En alle mensen die in een zonnevloed zijn omgekomen, die krijgen op dat moment een kans om het evangelie te horen en eventueel te aanvaarden en het plan van Christus te leren kennen en daarnaast is hij dan opgestaan.

Albert net over had.

Bijvoorbeeld.

Jij noemde de landen waar je niet eens christelijk mag zijn stel je wordt daar geboren, dan zou het niet eerlijk zijn dat je dan automatisch in de hel terecht komt. Ja, kom je misschien wel in die wachtkamer, dan is er wel een mogelijkheid. Dus God is zo rechtvaardig en zo liefdevol dat hij iedereen een gelijke kans biedt om Christus te, uiteindelijk, dan wel in dit leven, dan wanneer dan ook, om Christus te kunnen accepteren in zijn leven. Zodat iedereen de gelijke kans krijgt.

Ik heb daar wel mijn kanttekeningen bij.

Ah, vertel. Ja, dat vind ik interessant. Kijk, nou wordt het interessant. Luister uit.

Nou, omdat, ik weet zo niet waar het staat, maar het staat sowieso in de Bijbel dat ieder gewoon God zou kunnen herkennen of kunnen weten dat God er is door alleen al de schepping die er is.

Ja.

En als jij dus dan, ook al ben je ergens anders geboren, ook al ben je dus dan, noem moslim of boeddhist of whatever, zelfs dan krijg je te maken met dat er ook gesproken wordt over in Jezus en over God.

Klopt, alleen dan misschien in andere woorden.

Kijk, bij de moslims is het zo dat Jezus, die is dan dood gegaan aan het kruis en dat was het.

Ja, een der profeten toch? Wordt hij niet als een profeet gezien?

Eén van de grootste profeten trouwens.

Ja.

En de moslims begonnen respect te hebben voor de christineel omdat Jezus een groot profeet is. Dus nou goed, als dan diegene niet verder kijkt als dat zijn neus lang is, dat is wel een keuze die hij zelf maakt.

Ja.

Maar voor sommige mensen wordt dat heel moeilijk gemaakt.

Ja, dat is zo. Maar voor de christenen is dat net zo.

Ja. Maar kreeg hij maar toch een...

Kreeg maar naar Paulus. Petrus, die heeft het ook niet makkelijk gehad.

Nee.

Allebei niet.

Nee.

En Paulus die...

Johannes de Doper, ook niet.

Nee. En Paulus heeft Christus gezien, die heeft een lichte, een openbaar, die heeft Christus ontmoet op de weg naar Damascus en die heeft daardoor wel zijn leven. Dus die heeft er wel voor gekozen inderdaad om zijn leven ook aan Christus te geven. en heeft zich helemaal bekeerd en is daar helemaal voor gegaan. Maar toch, volgens mij is het in Corinthe dat er staat dat Christus zijn pleide boodschap, zijn evangelie, heeft gepredikt aan de gevangenen in het dodenrijk.

Nee, maar ik snap hem wel hoor. Dat is zeer zeker wel. Ik denk ook dat het wel zo is met, als jij dus dan neemt het Nederland dan, als jij gewoon bewust zegt van ik moet er niks van weten.

Ja, ik geloof wel dat met de intentie, met de verlangens en alles die jij hier in dit leven hebt gecultiveerd, zeg maar, je gaat dood, dat verdwijnt niet ineens. Het is niet ineens dat je dan ineens heel anders bent na de dood. Dan ga je nog steeds met die verlangens en met die insteek ga je verder.

Laat alleen je lichaam achter.

Je laat je lichaam achter, maar je mindset neem je mee. Dus als je de mindset altijd had van nou, Christus is niks voor mij, dan ga je ook zo de dood in. Dan zit je daar dus in dat gevangen, in het dodenrijk. Maar goed, neem niet weg. Je weet soms de omstandigheden niet van mensen ook in hun leven en alles. Dat ik nog steeds denk dat God iedereen in vallen wel een gelijke kans geeft.

Ja, maar ik doe me ook heel erg denken aan die vergelijkenis die Christus dan geeft over die werkers in de wijngaard. Dus dat maakt het uit welke fase van ons leven we tot Christus komen, of het dan eigenlijk. Ik zie dus dan nog verder, dus dan in het leven hierna, dat we dan ook nog tot Christus kunnen komen en dan ook nog steeds geaccepteerd worden.

Een sleutel of een verbond, dus je sluit een verbond, een pakt, een afspraak. Je geeft daarmee eigenlijk je leven.

Ik vind niet dat de doop zaligmakend is.

Nee, nee.

Want stel je voor, hypothetisch, er komt nou iemand hier binnen lopen. Die vindt het heel geweldig waar wij het over hebben. Die luistert het aan en op een gegeven moment, ja, Jezus is de weg te waarden in het leven. Hartstikke mooi, amen halleluja, ik geef mijn leven over. Dus hij staat hier op zijn knieën neer en geeft zijn leven aan Jezus. Hij loopt naar buiten en er vallen bomen op hem. Mos, dood. Hij is niet gedoopt. Had hij daar geen sleutel gekregen?

Klopt.

Maar wat hij wel heeft. Dus dan komen we weer bij de theorie die ik net uitlegde. Hij gaat met die insteek het dodenrijk in. Dus zijn verlangen is. Hij heeft zijn leven aan Christus gegeven. Dan voorziet Christus daarin dat er toch voor hem gedoopt wordt. Dat hij toch een doop gaat hebben. Gaat krijgen. Want dat deden ze ook. In het Nieuw Testament staat van. hé, waarom laten we ons anders dopen voor degenen die gestorven zijn?

Ja, dat is één tekst.

Ja, in Corinthe staat er van waarom laten we ons dopen voor de doden? En dat is voor deze reden. Dus iemand die dat heeft in die situatie...

Maar het is een bekende tekst.

Dan zoeken we voor je op, Albert.

Ja, dat is goed.

Dat is wel leuk.

Ja, dat is sowieso hoor. Want dat is dan één tekst waar we dan eigenlijk heel veel van onze evangelie bij ons in de kerk aan hangen.

Datzelfde geloof ik op zich ook wel dat is dus een gave van de heilige geest.

Ja, klopt een.

Gave van profetie.

Iedereen die openbaring ontvangt van de heilige geest is eigenlijk een profeet.

En zo zijn er meerdere gaven, verschillende gaven, door de geest waar we mee gezegend kunnen worden dus ja.

Ik ben daar wel van mening dat het niet is dat als jij bijvoorbeeld de gaven van genezing hebt dat je die hebt, nee ik ben ervan overtuigd dat je alle acht gaven of alle zeven gaven hebt, die krijg jij wanneer je de heilige geest hebt alle gaven in jou wanneer de heilige geest bepaalt wanneer jij dus gaat de gaven van evangelisatie gaat gebruiken of de gaven van genezing of de gaven van in tongen praten of de gaven van provincie ja.

Dat is mooi dat je zegt inderdaad dus eigenlijk heeft iedereen toegang tot die gaven maar niet iedereen heeft er hoeft dat direct gebruik van te maken ik.

Vind het ook wel mooi dat de heilige geest eigenlijk in jou, wat jij zegt daar een leidende rol in heeft kan ik er wel in vinden, En die gaven van God, dat dat via de heilige geest loopt, dat vind ik niet zo'n gekke gedachte.

Nee, zeker niet. Omdat, wat ik ook geloof is dat als we naar hemelsvader bidden, wij zeggen dan altijd aan het einde van een gebed in de naam van Jezus Christus samen. Dus wij geloven ook dat wij richting ons hemelsvader bidden via Jezus Christus. En dan dat we een antwoord krijgen van hemels vader, maar dan via de heilige geest. Dus eigenlijk nooit echt rechtstreeks die connectie hebben met ons hemels vader. Dat het wel mag. Bouwen we dan door Christus en door de heilige geest.

Tuurlijk, dat mag altijd.

Je mag rechtstreeks naar de vader toe.

Zeker, en dat is ook wat hij uiteindelijk wil voor ons.

Dat is namelijk ook waarom het voorslangs zal scheuren toen Christus overleed aan het kruis. In de tempel scheurde het hele voorhangsel. Dat was het overgang van het heilige naar het heilige de heilige. En het heilige de heilige mocht maar één opa-priester komen, één keer in het jaar, om het offer te brengen. Nou, dat is weg. Dus nou mocht iedereen. Het is vrij toegankelijk. Oké, ja.

Ja, klopt ja.

Dus daarom zeggen we in Jezus naam. Maar toch bidden wij in principe naar hemelse vader.

En dat geloof ik ook. We bidden tot ons hemelse vader.

We willen zorgen dat we morgen brood hebben en we willen zorgen dat we jam is en een boter. In Jezus naam, amen. En dan is het geloof dat hij daar ook in voorziet.

Ja, maar over die voor, dan gaan we misschien veel te ver uitweiden. maar in feite is Christus, ja, mijn voorrang als het ware, door Christus, door die voorrang heen, en door Christus heen, kom ik bij de vader. Nou ja, dat was even een zijstapje. Dat was het.

Oh, ik denk dat. Daar komt nog heel wat...

Ja, ik denk ook, ik denk, hey.

Nee, dat was gewoon, dat was het allemaal.

Gave voor provincie komt hij ineens naar boven, maar...

Nee, dat was maar heel kort. De heilige geest maar heel kort bij mij.

Ja.

Nou, ik wil toch nog even terugkomen, Albert, op jouw periode waar je doorheen gaat. Een beetje moeilijke periode. Dat ik toch denk van, hé... Zou Christus jouw juk licht kunnen maken? Christus zegt, nou neem mijn juk op je. Hij zegt ook van, maak je geen zorgen voor de dag van morgen. Maar neem mijn juk op je. En dan samen zitten wij in dat juk. En samen is het draaglijk, zeg maar. Dus Christus wil heel graag met jou samen.

Dat probeer ik ook hoor.

Ja, dit is ik ook weer te proberen.

Soms is het even hetzelfde als dat je met Chris' auto rijdt. Dat is heel leuk. Ja, hartstikke mooi. Ja, mooi honderd.

Ja, klopt. Maar dan kunnen we ons altijd bekeren. We kunnen altijd weer terugkeren naar die honderd, toch?

Ja, maar dat is hetzelfde als ook met de turbulentie waar ik nou in zit. Ja, soms is het gewoon dat het leven, je grijpt op dat moment en weet je het zelf even niet meer. En dat is voordat je broeders en zusters hebt die je dan gewoon weer terugtrekken met van, hé, luister eens, daar moet je niet zijn, daar moet je zijn.

Vandaar, ik probeer jouw broeder ook te zijn, je moet gewoon bij Christus zijn.

Die vergelijking van het honden rijden, ik doe me namelijk altijd bedenken op de manier, Ik vind dat wij geboden hebben gekregen. En dat is om namelijk voor de zwakken zijn die. We rijden 100 in Nederland. Voor de zwakken, we hebben ook 130 gereden. En we mogen s'avonds ook 130 rijden. Dus het kan allemaal wel. Maar we hebben bepaalde regels in ons land. En in de kerk, in het EVG, die hebben we poate geboden. Om ons eigenlijk een beetje in het gereel te houden.

Dat houdt vanaf wel wat voor wegwerkzaamheden er zijn.

Ja, nou de meeste vind ik dat je daar gewoon met normale snelheid lang kan als er ook geen mensen aan het werk zijn. Maar goed, is het dan zo verkeerd als we de regels eigenlijk niet honnereren, maar dus eigenlijk overtreden? Is dat verkeerd? of is dat, ja uiteindelijk wel.

Want als er een flitskastje staat.

Krijg je wel die print thuis ja, ja als we gestapt worden ja.

Ken.

Ik denk ook.

Dus als een lieve heer bij ons in ons leven aankomt op een gegeven moment, en gewoon bij jou kon kijken, zo van hey kom ik even een kop koffie bij jou doen, waar ben je mee bezig zeg je dan van, ah ja nou, ik ben bezig om ik noem maar wat hoor IP TV elke keer te gaan kijken. Dat is een ieder geval voor televisie. We doen het allemaal in principe, maar het mag niet. Want het is illegal.

Volgens de wet.

Ja, volgens de wet.

En toch denk ik dat Hemelsvaard het wel prettig vindt dat ze ons aan de wet houden op een of andere manier.

Eer uw overheid.

Ja, eer uw overheid, maar dan zijn we veilig. Of veilig. Ik weet niet of je dan echt veilig altijd bent, maar Maar ik heb het idee dat God je dan nog net even iets meer... Ja, kan beschermen of dat, weet niet, ik denk dat als je...

Nou, ik bedoel het bepaald, zo word je ook een beetje geslepen dan. Als jij aan de wetten houdt en aan de geboden, doordat je dus op dat moment dat het niet veilig is en je hebt het niet zelf in de hand en je gaat dan te hard rijden, dan kan je dus gevaar zijn voor jezelf of voor andere weggebruikers. Dus door je dus eigenlijk altijd aan die geboden te houden en wetten die dan gegeven worden, creëer je eigenlijk inderdaad een onbewuste veiligheid voor jezelf en voor anderen.

Ja, en Christus zegt van, hé, je kan mij jouw liefde voor mij, voor Christus laten tonen, of de liefde voor hemels te laten tonen door zijn geboden te onderhouden. Dat vind ik wel mooi. Dus ja, lukt niet altijd, maar daar doe ik wel mijn best voor, om die geboden die Christus ons gegeven heeft te onderhouden. Nou, het grootste gebod is God liefhebben. Met, nou, heel...

Overal, met heel je hart.

Heel je ziel, nou je verstand. Ja, dat.

Maar dat bedoel ik dus.

En je naast als jezelf.

Maar dan krijg je dus allemaal andere geboden die er allemaal op gebaseerd zijn, maar alleen maar hulpmiddelen zijn. Dus dan vraag ik me af, is het dan zo erg dat we een gebod overtreden of niet?

Ja.

Kan hij daar ons makkelijker voor vergeven? Of vergeven van, ja, het is niet erg, want het is een, ja.

Ik denk dat je, als je op zo'n manier gaat kijken, dan ga je op een gegeven moment eigenlijk alle geboden en regeltjes, ga je al heel, hoe zeg je dat, laat je verbleken als je op zo'n manier gaat denken, vind ik. Ik denk dat je wel gewoon heel realistisch erin moet zijn. Wij hebben wetten hier in Nederland dan, die zijn door de overheid opgesteld. En vervolgens zegt onze heer in zijn woord, eert uw overheid.

En doe ik het niet.

Heb ik gewoon kans dat ik gepakt word, krijg ik een prent thuis. Dus dan weet ik dat ik fout was.

Ja, maar die prent hoeft er niet te komen natuurlijk.

Als ik maar netjes daar aan hou, dan komt die prent niet.

Ja, sowieso niet, nee. Ja, maar dan denk ik aan de andere kant ook, er zijn twee geboden. Ja, ik denk dat die geboden die we dan gekregen hebben, dat we dat ook eigenlijk wel willen onderhouden. Want als we God lief hebben en als we ons naast lief hebben, dan aan de andere kant hebben we die geboden gekregen omdat we zwak zijn. De tien geboden die zijn gekomen ook omdat die mensen die hadden dat nodig. We hebben gewoon geboden nodig.

Er is alleen een gevaar, en daar liep Christus tegenaan, als die geboden belangrijker worden dan God. En die fariseeën, die gebruikten die geboden voor hun status, voor hun macht, voor hun aanzien en zo. En die verzonnen, weet ik veel, nog 600 regeltjes er extra bij. Kijk, en dat ging Christus veel te ver. Hij zei van, dat gaat niet goed zo. Dus die geboden zijn er om te kunnen laten zien dat je God lief hebt.

Maar ik denk. En je denkt je een evenwicht moet zoeken. Tussen de woord en het geest. Als je de wet en de heilige geest. Als je daar het evenwicht in vindt.

Ja, want we hadden laatst ook een aflevering over dat er zelfs door Christus eigenlijk bepaalde dingen werden opgedragen aan het volk. Nou, in het Oude Testament bijvoorbeeld, dat ze gewoon een hele stad moeten omleggen om die in beslag te nemen. En ik denk van, ja, dat is dan eigenlijk het, tegen het woord in, maar dat is wel op dat moment noodzakelijk. En omdat de geest dat dan eigenlijk zegt.

Ja. Nou, interessant toch?

Ja, zeker.

Zo zijn we toch wel best wel wat onderwerpen langsgegaan. En ik vond het wel mooi. Ik heb ervan genoten, Albert. Nieuw jij het hebt ervaren.

Ja, mooi.

Ja, toch?

Ja, zeker.

Wat zou jij aan onze luisteraars willen meegeven die Christus nog niet gevonden hebben?

Ga nou maar op zoek. En zorg dat je vriendjes muttelen en zoek je redding.

Ja.

Voordat je te laat bent.

En dan bijbel lezen. Bidden.

Ja. Zoek een gemeente waar je je thuis voelt. Zodat je onderwijs kunt ontvangen. En of het bij jullie in de gemeente is, of bij mij in de gemeente, of noem het maar.

Ga maar naar Albert, bij ons is het dan redelijk vol.

Bij ons ook hoor.

Oh, oké.

Ik vind het bij ons wel tegenvallen hoor.

Ja?

Ja, er kunnen nog wel dubbel zoveel mensen bij ons in.

Iedereen welkom. Ofwel bij Albert, ofwel bij ons. Maakt niet uit. Jullie zijn allemaal welkom.

Ja.

En dan is de ene zondag bij jullie en de andere zondag bij ons.

Kan ook nog.

Leuk.

Leuk. Ja, tof. Nou, dan zou ik zeggen, zullen wij luisteraars bedanken. Bedankt luisteraars voor het luisteren. Jij, Albert, bedankt dat je bij ons was.

Kleine moeite.

Ja, echt tof. En tot de volgende keer.

Ja, tot de volgende week.

Oké.

Tot ziens?

Tot ziens.