#32 | How to talk to children in Dutch
Episode description
Wat kan je zeggen tegen Nederlandse kinderen? How to speak to Dutch children. In this episode I will teach you phrases like: Don't do it! What do you want to eat? Are you okay?
In deze aflevering (episode) geef ik je een voorproefje (a little taste) van mijn nieuwe cursus Dutch for Moms: www.mamadutch.nl/dutch-for-moms
Hier zijn de zinnen:
1. Als kinderen pijn hebben.
Gaat het? Ben je oké?
Heb je pijn? Waar doet het pijn? Kusje op?
Ben je gevallen? Ohh dat is niet fijn. Dat doet pijn!
2. Als kinderen willen spelen (play):
Wat wil je doen? Kleuren, kleien (play with clay), met de auto’s spelen, met de trein, wil je iets maken? Wil je knutselen (crafting)?
Heb je honger? Wat wil je drinken? Kom even aan tafel zitten. Zo was dat genoeg? Zullen we even naar buiten gaan?
3. Als kinderen ruzie maken:
Hee geen ruzie maken! Even rustig. Wat is er aan de hand? Dat is niet leuk. Dat mag niet. Niet doen. Dat is niet lief. Zullen we even iets anders gaan doen?
Ik hoop dat deze zinnen je helpen!
Are you ready to unlock the secrets of Dutch fluency?
Check dan de website
Schrijf je in op de gratis nieuwsbrief (email list)
Volg me op Instagram @dutchspeackingacademy
Volg me op Youtube
En vergeet je niet te abonneren hier! Don’t forget to subscribe to my channel.
Liefs, Mariska